Doe (online) aangifte
Niet iedereen hoeft aangifte te doen. Bijvoorbeeld als je geen brief van de Belastingdienst hebt ontvangen waarop staat dat je aangifte moet doen, of als je een brief hebt ontvangen waarin expliciet staat dat je geen aangifte hoeft te doen. Toch heeft het vaak zin om ook dan aangifte te doen. Aangifte kan namelijk voordeel opleveren als je aftrekposten hebt waarvan de Belastingdienst niet afweet. Of als je in aanmerking komt voor één of meer heffingskortingen. Vul daarom altijd het online-aangifteformulier in om te kijken of aangifte doen iets oplevert. Als het niets oplevert, kun je altijd nog besluiten de aangifte niet te verzenden.
Online aangifte doen heeft voordelen boven invullen op papier:
- Fiscale partners kunnen makkelijk schuiven met sommige aftrekposten. Denk aan de hypotheekrente of giften aan goede doelen. Voordeel daarvan is dat je zo bepaalde zaken kunt toebedelen aan de partner die het hoogste belastingtarief betaalt. Met een papieren aangifte is het veel lastiger om de gevolgen van het schuiven met posten te zien.
- De aangifte is achteraf te corrigeren, bijvoorbeeld als je iets bent vergeten. Je verzendt de aangifte dan gewoon opnieuw. Je hebt hier ruim de tijd voor, want dit kan tot zes weken na de datum die op de aanslag staat. Daarna kan veranderen alleen nog per brief.
Vraag op tijd uitstel aan
De Belastingdienst verleent standaard uitstel aan iedereen die er op tijd om vraagt. Alleen als je de afgelopen drie jaar al twee of drie keer niet op tijd aangifte hebt gedaan, wordt uitstel geweigerd. Aangifte doen moet in principe vóór 1 mei 2017. Wordt 1 mei lastig te halen, vraag dan uitstel aan. Doe je dat vóór 1 mei, dan krijg je uitstel tot 1 september 2017. Wie geen uitstel aanvraagt, krijgt na 1 mei nog tien dagen respijt. Daarna volgt een zogeheten verzuimboete.
Uitstel aanvragen kan online door in te loggen op
www.belastingdienst.nl of telefonisch (T 0800-0543). Houd je Burger Service Nummer (BSN) bij de hand.
Controleer de Belastingdienst
De Belastingdienst vult een groot deel van de aangifte automatisch in. Het gaat onder meer om bankrekeningen, de WOZ-waarde van de eigen woning, hypotheek, salaris en pensioen. Controleer of de gegevens kloppen. Iedereen blijft zelf aansprakelijk voor zijn eigen aangifte, ook als de Belastingdienst onjuiste gegevens in de vooraf ingevulde aangifte heeft opgenomen.
In de vooraf ingevulde aangifte staan niet alle gegevens. Vul zelf de ontbrekende aftrekposten aan, zoals giften en zorgkosten.
Verdeel als fiscale partners de aftrekposten
Een aftrekpost als de hypotheekrente wordt vaak afgetrokken door degene die deze kosten betaalt. Maar dat is niet altijd de beste keuze. Fiscale partners mogen de hypotheekrenteaftrek en ook sommige andere posten naar eigen keuze verdelen. Dat betekent dat je die kunt toebedelen aan degene die het hoogste belastingtarief betaalt. Dit is een extra aandachtspunt als een van de twee partners de AOW-leeftijd heeft bereikt en de ander nog niet. De tarieven voor AOW’ers zijn tot een inkomen van €33.715 namelijk lager dan voor anderen (zie tabel Belastingtarieven 2016 hieronder). Als een van de partners AOW krijgt en een inkomen heeft van €30.000, terwijl zijn of haar partner nog geen AOW krijgt en €20.000 verdient, is het in dit geval toch voordeliger als de minstverdienende de hypotheekrente aftrekt.
Schuif met aftrekposten en inkomsten
De volgende posten mogen fiscale partners naar eigen keuze verdelen. Het is niet van belang wie deze kosten heeft betaald.
● Hypotheekrente
● Giften
● Zorgkosten
● Studiekosten
● Betaalde partneralimentatie
● Vermogen in box 3
● Uitgaven monumentenwoning
Let op: schuiven met aftrekposten en inkomsten kan gevolgen hebben voor de heffingskortingen en toeslagen.
Pak de hoge ouderenkorting
Wie in 2016 de AOW-leeftijd heeft bereikt, krijgt automatisch de ouderenkorting. Dat is een standaard belastingverlaging. Er is een hoge en een lage ouderenkorting, afhankelijk van het inkomen. Bij een verzamelinkomen* van minder dan €35.950, krijg je de hoge ouderenkorting van €1187. Wie meer verdient, krijgt de lage ouderenkorting van slechts €70. Bij een kleine overschrijding van de inkomensgrens van €35.950 is het dus de moeite waard te proberen of je bepaalde aftrekposten aan je partner kunt toebedelen. Als op die manier het verzamelinkomen net onder dat bedrag uitkomt, krijg je de veel hogere ouderenkorting van €1187.
* Het verzamelinkomen bestaat uit het inkomen in box 1, box 2 en box 3 minus eventuele aftrekposten als giftenaftrek en zorgkosten.
Vergeet geen enkele aftrekpost eigen huis
Kosten die te maken hebben met de hypotheek zijn meestal aftrekbaar. De voornaamste zijn:
● Hypotheekrente voor zover hoger dan het eigenwoningforfait (= 0,75% van de WOZ-waarde).
● Ook hypotheekrente betaald aan een ‘familiebank’ is aftrekbaar. Het moet dan gaan om een lening voor de eigen woning die is verstrekt door bijvoorbeeld een familielid. Voorwaarde is dat de lening aan de eisen voor de aftrekbaarheid van de hypotheekrente voldoet. Zo moet een lening die na 2012 is afgesloten, in maximaal dertig jaar volledig worden afgelost (annuïtair) en moet de lening bij de jaarlijkse belastingaangifte worden opgegeven.
● Erfpachtcanon.
● Eenmalige kosten die bij het af- of oversluiten van een hypotheek komen kijken.
Het gaat hierbij om de volgende kosten:
- Boeterente. Bij het oversluiten van een hypotheek naar een lening met een lagere rente brengt de bank vaak boeterente in rekening. Deze boeterente is aftrekbaar van het inkomen in het jaar waarin deze is betaald. Vul de boeterente op de aangifte in bij het onderdeel ‘Eigen woning’ en dan onder ‘Aftrekbare financieringskosten’.
- Advies- en afsluitkosten van de bank of hypotheekadviseur.
- Kosten van een NHG-garantie.
- Notariskosten voor de hypotheekakte.
- Taxatiekosten voor de hypotheek.
Kosten die geen verband houden met de hypotheek, maar met de aankoop van een huis, zoals de notariskosten die je hebt betaald voor de koopakte of de overdrachtsbelasting, zijn niet aftrekbaar.
Geef alimentatie op of trek haar af
Ontvangen alimentatie vormt inkomsten. Ontvangende ex-partners moeten deze daarom vermelden onder ‘Overige inkomsten’ in box 1. Alimentatiebetalers mogen deze uitgaven aftrekken onder ‘Aftrekposten’. Alimentatie voor kinderen is niet aftrekbaar en ook niet belast.
Trek rode cijfers af
Schulden, behalve een hypotheekschuld, vallen in box 3. Deze schulden zijn aftrekbaar van het spaargeld en ander vermogen in box 3, zodat je minder vermogensrendementsheffing betaalt. Er is een aftrekdrempel van €3000: alleen schulden boven dit bedrag mag je aftrekken.
Onder schulden vallen een roodstand op je betaalrekening, een creditcardschuld of een hypotheek waarvan je de rente niet kunt aftrekken. Ook een privéschuld bij een (web)winkel of een privéschuld aan een familielid kun je van je vermogen in box 3 aftrekken.
Vergeet de uitvaartpolis niet
Een uitvaartpolis of begrafenisverzekering die uitkeert na overlijden hoef je niet op te geven in box 3 als het verzekerde bedrag niet meer dan €6957 bedraagt. Keert de polis meer uit, dan is het hele bedrag belast in box 3. Dus als de polis €8000 uitkeert, moet je over €8000 vermogensrendementsheffing betalen.
Bereken giftenaftrek online
Giften aan goede doelen zijn soms aftrekbaar. Er zijn wel enkele voorwaarden. Zo moet het goede doel bij de Belastingdienst geregistreerd staan als ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling). Op de website van de Belastingdienst staat welke goede doelen de ANBI-status hebben.
Het aangifteprogramma van de Belastingdienst maakt het makkelijk om giftenaftrek te berekenen. Giften zijn aftrekbaar voor zover je totale donaties in een bepaald jaar uitkomen boven de 1 procent van je drempelinkomen*, met een minimum van €60 en een maximum van 10 procent van het drempelinkomen. Bij fiscale partners gaat het om het gezamenlijke drempelinkomen. Het is niet nodig deze berekeningen zelf te maken; het aangifteprogramma van de Belastingdienst bepaalt automatisch of giften aftrekbaar zijn.
Geef je elk jaar aan één of meer dezelfde goede doelen? Dan kan het de moeite waard zijn daar een periodieke gift van te maken. Dan zijn de giften volledig aftrekbaar (zie ‘Trek meer af als periodieke gever’).
* Het drempelinkomen is het totale inkomen in box 1 (inkomen uit werk, pensioen en uitkeringen), box 2 (inkomen uit een BV) en box 3 (inkomen uit vermogen).
Trek meer af met culturele doelen
Giften aan culturele doelen zijn voor 125 procent aftrekbaar. Dus een donatie van €100 aan een cultureel doel verlaagt het belastbare inkomen met €125. Op de website van de Belastingdienst staat bij elk goed doel vermeld of het een culturele ANBI is of niet.
Trek meer af als periodieke gever
De aftrekdrempel van 1 procent geldt niet voor een zogeheten periodieke gift. Dat is een jaarlijkse gift gedurende minimaal vijf jaar. Een periodieke gift is volledig aftrekbaar, dus vanaf de eerste euro. Een periodieke gift moet zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst met het goede doel. Veel goede doelen hebben daarvoor op hun website een formulier staan. Wie een dergelijke overeenkomst heeft ondertekend en teruggestuurd, is verplicht om ook inderdaad elk jaar te doneren. Wees niet bang om erfgenamen op te zadelen met zo’n periodieke gift: bij overlijden tijdens de looptijd van vijf jaar mogen de giften worden stopgezet.
Speur zorgkosten op
Zorgkosten die de zorgverzekeraar niet vergoedt, zijn soms aftrekbaar. Voorwaarde is dat ze voorkomen op een lijst van aftrekbare zorgkosten van de Belastingdienst. Deze lijst wordt regelmatig aangepast. De afgelopen jaren zijn sommige aftrekposten van deze lijst verdwenen. Wat er voor 2016 nog wel op staat, zijn onder meer de kosten van de tandarts, fysiotherapeut of specialist. Ook voorgeschreven maar niet vergoede medicijnen komen in aanmerking. De kosten voor gehoorapparaten zijn onder voorwaarden aftrekbaar.
Ook als je een lijstje met aftrekbare zorgkosten hebt gevonden, is nog niet het hele bedrag aftrekbaar. Er geldt een niet-aftrekbare drempel, die afhankelijk is van het inkomen. Hiervoor gelden de tabellen van het kader ‘Drempelbedrag voor specifieke zorgkosten’.
Verhoog de zorgkosten
Bij een drempelinkomen van minder dan €34.027 (per huishouden) mag je sommige aftrekbare zorgkosten verhogen met 40 procent. Als je op 1 januari 2016 de AOW-leeftijd had bereikt, mag je de zorgkosten zelfs met 113 procent verhogen. Onder deze kosten vallen onder meer de kosten van medicijnen die de verzekeraar niet vergoedt. De kosten van een arts en de kosten van ziekenhuisverblijf niet.
Bovenstaande berekeningen lijken vrij ingewikkeld, maar het aangifteprogramma berekent de aftrek automatisch. Mensen met een laag inkomen, bijvoorbeeld alleen AOW met hooguit een klein aanvullend pensioen, hebben soms recht op de ‘Tegemoetkomingsregeling Specifieke Zorgkosten’ (TSZ). Deze regeling is bedoeld voor mensen die, omdat ze zorgkosten kunnen aftrekken, minder of helemaal niet kunnen profiteren van de heffingskortingen. Zij krijgen automatisch een bedrag op hun rekening gestort als ze hiervoor in aanmerking komen. Je hoeft er dus niets extra’s voor te doen.